- Is het nog ver naar de begraafplaats van de zeelieden, papa?
- Nee liefje, iets minder dan een kilometer, dat is alles.

Mijn dochter Julie, zoals alle kinderen van 7 jaar, kan het niet laten om deze vraag te stellen. Maar, ik laat het er niet bij en het is me gelukt om haar nieuwsgierig te maken naar een begraafplaats van zeelieden. ("Zeelieden? Net zoals de kleine zeemeermin?") : ze zal zich vast een kerk voorstellen met een begraafplaats in de vorm van een schip, varend op de golven, alle zeilen uitgezet...

We zijn vertrokken vanuit Dieppe, hebben de auto geparkeerd inVarengeville-sur-mer en we wandelen vanaf de dorpskerk door het kleine straatje langs het park "le bois de Moutiers" (waar we ook een keertje naartoe moeten, ik heb er al zoveel over gehoord...). Voor mij lopen mijn vrouw Clara en Julie, zij huppelt van het ene struikje naar het andere om bloemen te plukken. Deze route heeft iets rustgevends: een wandelpad naar alle rust, 1,4 km wandelen volgemoedsrust.

En dan verschijnt de kerk, omringd door een klein muurtje.
Nog enkele passen en dan vertoont zich het tafereel voor ons: een uitzicht op de begraafplaats, de kerk en de kust met de krijtrotsen, de beroemde Albastenkust.
Zelfs Julie die altijd vol bruisende energie heen en weer springt, staat opeens stil voor dit rustgevende uitzicht...

Dat is wat Claude Monet hier kwam zoeken, toen hij zijn schildersezel er neerzette, je ziet het zo voor je: de symfonie van het licht en de kleuren! Wat hij hier zocht, is de juiste toon, het is een perfect akkoord tussen de plek, de kleur en het licht.
En ik denk zelfs dat het juiste licht op de zeelieden begraafplaats in Vergeville-sur-mer,precies vandaag is. Deze zonnige zondag in januari. Een laagstaande zon met koude stralen. De harde zon van de wintermaanden.

Voor de kleuren hoef je jezelf alleen maar te laten meevoeren in deze compositie: zachtblauw van de hemel dat samenvalt in de horizon met het groen-blauw van het Kanaal, en steekt af tegen het intense groene vochtige gras. De krijtrots, het echte schilderspalet: krijt en schuimwit, geribbeld met banen vuursteen als een tekening dat met een nerveus potlood is bewerkt...En dan het donkerbruin van de aarde, aangevoerd door beekjes die langs de rots naar beneden stromen, net alsof we het blakerende wit van de Engelse krijtrotsen te gemakkelijk en te overduidelijk wilden ontlopen.

Clara weet vast waar ik aan denk:
- Ja, het land van het Impressionisme, dat is hier! zegtze terwijl ze naar de begraafplaats loopt.

Mijn dochter, die altijd wat weet op te merken:
- Papa,weet jeof de kerk het water in kan glijden?
Ik, als mijn dochter mij iets vraagt, weet altijd antwoord te geven:
Ehhh...misschien...ik weet het niet, vraag het aan je moeder...
Een kerk die het water in glijdt? Wat bedenkt ze nu weer allemaal?
Ik had niet goed opgelet, maar het is inderdaad waar dat er een helling is! Kerk en begraafplaats staan op een schuine helling als een magneet naar de rotsen en naar de zee...
Te laat: Julie is er als een speer vandoor gegaan en trekt aan de mouw van de jas van haar moeder.

Clara geeft ons uitleg tijdens de rondleiding en vertelt dat hier het graf ligt van de schrijver Georges de Porto-Riche, een vriend van Marcel Proust, en dat daar is het graf van de componist van Albert Roussel (waarvan het graf versierd is met half verheven Indisch beeldhouwwerk, dit is echt de moeite waard), iets verderop is het graf van de symbolische schilder Jean-Francis Auburtin en daar steekt een stervogel in mozaïek op het graf van de kubistische schilder Georges Braque.
Deze begraafplaats is een gezelschapsruimte waar beroemdheden en onbekenden rusten, Parijzenaars en mensen uit Varengeville, verenigd in alle bescheidenheid: geen monumentale overdreven graven en rococostijl, in dit kleine "Père-Lachaise" aan zee.
Hier wordt er tenminste geen onderscheid gemaakt tussen de graven van beroemdheden en gewone mensen, mompelt Clara.
Je moet jezelf laten horen, zonder om je heen te slaan, bij wijze van spreken.
Wat ben je toch dom, zegt ze tegen me met een halve glimlach.

We gaan niet de kerk binnen via het portaal uit de XVIde eeuw, maar via de deur aan de zijkant. We doen open: geen licht. We doen weer dicht: duisternis. Het is inderdaad het lichtspel, de duisternis en de kleuren die alles hier bepalen.
Links zijn lampen gericht op een doek van Michel Ciry, een roodharige Christen met doorzichtige huid, op een helblauwe achtergrond.
Vanaf de deur lopen we naar binnen en draaien we ons om: een oogverblindend flashlicht van glas in lood van Ubac en Braque! Nog nooit zulk indrukwekkend glas in lood gezien. Echte kleuren blauw, rood, geel. Mooie basiskleuren die samengesteld worden door het licht.

Terwijlik helemaal duizelig ben van al het licht en kleuren, staat Julie doodstil voor een zuil met beeldhouwwerk en roept:
- Waarom is dat mannetje aan het overgeven?
Hè? Wie geeft er over? In een kerk? Ze moet zich vergissen...
- Waar heb je het over Julie?
- Daar, dat mannetje, hij geeft over...
Nee joh, toe nou...ach ja. Je hebt gelijk, hij geeft over. Eh, misschien heeft hij wel teveel snoepjes gegeten of zoiets...
Mijn vrouw neemt meteen het gesprek over:
- Dat komt omdat de begraafplaats en de kerk over de zee praten. Weet je nog, we hebben je verteld dat het om een begraafplaats van zeelieden gaat. Daar dat is vast een visser die teveel Saint Jakobsschelpen heeft gegeten, of hij is zeeziek.
Net zoals papa toen we een op de boot gingen?
Ja, net zoals papa toen we een op de boot gingen in Fécamp, precies.
Ik doe een beetje luchtig om mezelf een houding (aan) te geven in het bijzijn van mijn dochter en schud met mijn hoofd richting mijn vrouw – dank je Clara – die spottend lacht.

- Kom Julie, we gaan weer naar buiten, ik zal je iets laten zien : de hele kerk draait om de zee, kom maar kijken, de muren zijn van de ronde stenen gemaakt.

Nog enkele stappen in de kerk. Op de muur is een grafsteen die waarschijnlijk het graf in de kerk aangeeft. Het is niet zoals we zouden verwachten een prins of heiligman van deze plek, maar een landarbeiders koppel uit de buurt, dat is overleden in 1634.Nog steeds die eenvoud. Links van het altaar is een klein gangetje dat is verscholen met een bepaald oogmerk denk ik, zoals een opvulhandwerk: een meesterlijk glas in lood van de bescheiden kunstenaar Jean Renu, een hedendaagse kunstenaar uit Dieppe. Glas in lood in haar meest eenvoudige vorm: een matte witte lichte ondergrond dat een beetje licht doorlaat zoals op een mistige dag, en een vlek, een sombere branding die lijkt op een christus aan het kruis. De kunst van het glas in lood is hier op de meest bijzondere wijze toegepast: een fotonegatief in zwart en wit, met gebruik van licht en duisternis...

We zijn net buiten de kerk als Julie opspringt en schreeuwt:
Gaan we naar de zee? Er is daar een pad!
Inderdaad loopt vallei tot aan zee, links achter het kerkhof.
Borden geven uitleg over het werk van Claude Monet in Varengeville-sur-mer, die hier meerdere doeken heeft geschilderd waaronder het Douanehuisje "la Cabane des douanniers".

Dit huisje bestaat nu niet meer, maar een houten skeletwerk in de vorm van een huisje, zonder muren en dak, als een oranje huisje op de krijtrots, doet herinneren aan dit lichte werk.
Julie, Clara! Als jullie in het huisje klimmen, kunnen we een mooie foto maken, net zoals het schilderij van Monet!
Terwijl zij erin klimmen, pak ik het fototoestel en werp nog een laatste blik op de kerk en de begraafplaats op de helling...Mijn dochter heeft gelijk, hij zal uiteindelijk naar beneden vallen, de kerk van de zee! Langzaam zal hij terug in zee gaan en langzaam naar de stroming glijden...De zee wint altijd, knabbelt aan de rots, golf na golf, seizoen na seizoen. Op een dag zal deze meer van de zeelieden zijn dan welke zeeliedenbegraafplaats dan ook op de wereld. Voorgoed.

Hand in hand keren Clara en Julie hun rug naar zee. In het vizier van mijn toestel, net zoals het portret van Monet, met wat witte zeilen op de achtergrond, ver in de blauwe horizon.
Is het gelukt? Zijn jullie er klaar voor? Laat even een beetje zien dat je "geimpressionneerd" bent.
Hè? Wat?
Nee, niks, even lachen...