- Kan je je deze plek nog herinneren Julie?
In de schitterende zon duiken voor ons de twee torens op van de abdij van Jumièges.
Oh ja! De 3D beelden met de tablet. Dat was te gek!
Het heeft indruk bij haar bij gemaakt, dat bezoek. De geschiedenis van deze plek, de bouwkunst en de tuinen...Niks. Maar de verhoogde realiteit, dat, dat weet ze zich nog te herinneren (goed, ik geef toe dat ik het zelf ook mooi vond...)! Toen we de abdij bezochten had ik mezelfbeloofd, dat we nog een keer terug zouden komen om te gaan fietsen in deze omgeving.

We halen dus onze fietsen van de auto en gaan op stap voor zo'n vijftien kilometer lange tocht langs de fruitroute: een route met bewegwijzering midden tussen de fruitboomgaarden in het Seinedal. Voor ons wordt dit een kleine tocht vanuit Jumièges richting "les Sablons, Le Mesnil-sous-Jumièges en le Conihout", voordat we weer terug komen bij ons vertrekpunt.
- Weet je zeker dat we niet de berg op hoeven te klimmen ? vraagt Clara mij.
- Ja ja...
Dat wil zeggen, ik heb in ieder geval geen reliëf gezien op Google maps...

Het kleine wegis inderdaad bijna plat (oef !) en bovendien erg rustig. Een klein landelijk weggetje waar een aantal traditionele huizen langs staan met vakhoutwerk met overal fruitbomen in de tuinen.
Na enkele kleine hellinkjes (echt niet gemeen), verschijnt het landhuis "manoir de la Vigne" een geheel van gedrongen bouwwerken uit de XIIIde eeuw van wit steen, waarschijnlijk afkomstig uit de grotten van Caumont, waar ook de stenen van de abdij van Jumièges vandaan komen en die van de kerken in Rouen.
In dit landhuis is in 1450 Agnès Sorel overleden, bekend als de mooiste dame van het rijke Frankrijk, en toevallig ook het lievelingetje van koning Charles VII. Haar overvloedige decolletés waren algemeen zeer geliefd en die zij overigens ook door heeft gegeven aan haar nalatenschap: zij en haar decolletés dienden als model voor schilderkunstenwerken, voornamelijk (u zult zien waarom) voor de maagden die Christus de borst gaven.

Een zachte glooiing brengt ons tot aan de oevers van de Seine en we volgen de bocht van de rivier via het Jaagpad.
Zie hier eindelijk de boomgaarden, verdeeld over lange kleine percelen vanaf de rivier naar de straat. Deze percelen werden steeds smaller naar mate er meer erfenissen kwamen, sommigen zijn zelfs zo klein als een gangpad: iedere erfgenaam moest inderdaad toegang kunnen hebben tot de Seine om het fruit in de boten te laden die richting Le Havre voerden, maar ook toegang tot de weg, voor de paarden met hun wagens die richting Rouen reden.

Op dit kleine weggetje die de Seine volgt maken we kennis met alle verschillende fruitsoorten: overal, appelbomen, perenbomen, pruimenbomen, kersenbomen...om niet de frambozen te vergeten, veenbessen, zwarte bessen en bramen, die hier ook geteeld worden. Ik benijd de inwoners die kunnengenieten van het aanbod van de verschillende kleuren die mee veranderen met het seizoen, van de bloeiende kersenbomen in het voorjaar tot het rapen van de appels en peren in de herfst. We begrijpen dat dit landschap,dat lijkt op een harmonieus geschenk van de natuur, eigenlijk het resultaat is van het werk van de mens die het door de eeuwen heen heeft gemaakt. Bovendien waren deze bochten van de Seine in de Middeleeuwen ook bestemd voor de druiventeelt! Ja zeker, we maakten hier onze eigen wijn! Om eerlijk te zijn was deze niet zo heel goed. Zo slecht zelfs dat er een gezegde is overgebleven ter gedachtenis aan dit bittere drankje: "Du vin de Conihout, ne beuvez pas, car il vous meine au trépas..."(= drink niet de wijn uit de Conihout, want dat zult u niet overleven...)

Plotseling roepen Clara en Julie! Héé! Wat! Wat gebeurt er? Een ongeluk?Snel, omkeren!
In feite was het ongeluk een fruitstalletje langs de kant van de wegmet aardbeien ...

Terwijl de dames zich tegoed doen, profiteer ik om te vragen of we in de buurt een boerderij kunnen bezoeken.
- U kunt naar de Clos des Citôts gaan in Heurteauville. Dat is aan de overkant, vlak na het pontje van Jumièges aan het eind van het dorp, antwoordt mij een verkoopster. Als u wilt zien hoe boeren cider gemaakt wordt, is dat de ideale plek!
Enkele minuten later komen we bij de Clos des Citôts aan, waar de eigenaar, Gérard Lenormand ons hartelijk ontvangt:
We zullen over enkele minuten een groepsrondleiding maken als u dat interesseert...
En wederom hoor ik weer een gilletje van Julie! Wat? Nog meer aardbeien? Nee, deze keer ziet ze een volière en een vijver met eenden die haar aantrekt!

De rondleiding begint bij een soort vrachtauto met luiken:
- In het Seinedal is er ongeveer 200 hectare grond met boomgaarden! We profiteren hier in feite van een gunstig micro klimaat met krijtrotsen die het licht weerkaatsen en ons beschermen tegen de wind en de temperaturen zijn hier nog zachter dan op andere plaatsen. Het vriest hier zelden. Met een biologisch kenmerk, telen wij hier appels en peren en maken verschillende producten op basis van appel: cider natuurlijk, maar ook appelsap, Pommeau (een aperitiefdrankje,) een appeldistillaat "eau de vie". Met onze 13 hectare grote boomgaard maken we ongeveer 120 000 liter cider, 20 000 liter appelsap en 1 000 liter eau de vie. Maar nu gaan we eersthet distilleerapparaat bekijken!
De eigenaar draait zich om en opent de luiken van de vrachtauto: het is een rijdend distilleerapparaat! Een wirwar van buizen, filters en kokers, een resultaat van jarenlang mechanisch regelwerk met controle van de temperatuur om de appels te distilleren.

Na de fusten, het verwerkingsatelier waar de sappen op fles worden gezet, de proeverij en bezoeken we de winkel! Ideaal om kleine cadeautjes te kopen en streekproducten: drie flessen cider (brut, zoet et halfzoet), een fles appelsap, appeljam met Calvados (ik denk dat we binnenkort crêpes gaan eten, hmm, lekker!)
- Dat is cider die u ijskoud moet drinken, als ik het goed begrepen heb?vraagt Clara als ze een fles laat zien waarop staat "cidre de glace".
Nee, antwoordt Gérard Lenormand. Het is een nieuwe techniek die we hier ontworpen hebben, geïnspireerd door onze collega's uit Québec in Canada, die cider maken van bevroren appels. Wij maken deze cider met een tiental boeren hier uit de buurt met behulp van de appels uit het Seinedal. Kijk, proef maar ! voegt hij toe en geeft ons twee kleine glaasjes en is zichtbaar blij om ons deze specialiteit te laten proeven. Wat kunnen we zeggen: het ruikt naar appel met een evenwichtige verhouding van van suiker en alcohol. Even naar Clara kijken en we zijn het gelijk eens dat we dit voor de borrel mee gaan nemen.
Met deze aankopen voor zo'n een kleine dertig Euro gaan we weer naar Julie die nog steeds bij de eendenvijver staat. Eenden, en hè...
- Hè, wat zijn dat nou?
- Dat zijn fazanten!En dat zijn mandarijneendjes! lacht de eigenaar.
Is dat voor Normandische gerechten, zoals bloedeend of eend met kersen?
Nee hoor, zegt hij geamuseerd, deze eten we niet op, ik vind het gewoon gezellig om wat dieren op de boerderij te hebben...
Aangetrokken door de stem van de eigenaar, komt er een dartelende bok aan gerend in het naastgelegen veldje.
Ah, pas op, waarschuwt Gérard Lenormand, hij heeft een speciaal karakter...
Wat, is hij gevaarlijk?Julie, niet te dichtbij komen ! roept Clara.
Nee hoor, stelt hij ons gerust, hij wil alleen zoveel geaaid worden, hij vindt het heerlijk als je hem op zijn hoofd krabbelt, maar dat kan je verrassen! Kijk!
Julie strekt haar hand uit en gelijk gaat de bok ervoor staan en steekt zijn muil uit om een aai te krijgen!